Algemeen
De kosten voor een virtuele Windows server in Azure zijn opgebouwd uit twee componenten: de rekenkosten (compute) en de licentiekosten voor Windows Server.
De kosten voor het rekengedeelte zijn te beïnvloeden via reserveringen of via aanpassing in de dimensionering.
De kosten van de Windows Server licenties zijn te beïnvloeden door het gebruik van Azure Hybrid Benefit. Op grond van de Azure Hybrid Benefit voor Windows Server mogen eigen licenties met actieve Software Assurance (SA) gebruikt worden in Azure.
Hiervoor gelden de volgende regels:
- Alleen eigen licenties met actieve Software Assurance mogen ingezet worden;
- Licenties worden ingezet in sets van 8 core licenties;
- Iedere set van 8 licenties dekt maximaal 8 virtuele cores van een Virtuele machine in Azure. Als de VM meer dan 8 virtuele cores heeft, moeten er meer sets van 8 licenties worden toegewezen;
- Licenties voor Windows Server Standard mogen in Azure óf on-premise worden ingezet. Niet in beide omgevingen tegelijk;
- Licenties voor Windows Server Datacenter mogen in Azure én on-premise worden ingezet. Deze licenties kunnen dus tegelijk gebruikt worden voor een lokaal Datacenter en voor Azure VM’s;
- Windows Server Datacenter installaties mogen afgedekt worden met Standard licenties. On-premise is dit niet toegestaan, in Azure wel;
- In plaats van Windows Server licenties mogen ook CIS (Core Infrastructure Suite) licenties worden ingezet volgens precies dezelfde regels. CIS-licenties zijn een combinatie van Windows Server en System Center.
Azure dedicated Host
In Azure kunnen ook fysieke servers afgenomen worden, waarop onbeperkt gevirtualiseerd mag worden. Er hoeven dan geen licentiekosten voor de individuele Windows VM’s afgerekend te worden. Dat kan voordeliger uitpakken, afhankelijk van het aantal fysieke cores in de host(s) en het aantal virtuele cores in de VM’s.
Om hier gebruik van te mogen maken dienen aan alle fysieke cores Windows Server Datacenter licenties met actieve SA toegewezen te worden. Deze licenties mogen dan niet tegelijkertijd voor de on-premise omgeving gebruikt worden, Dat recht vervalt.
Migratie naar Azure
Het is niet toegestaan Windows Server Standard licenties toe te wijzen aan Azure Hybrid Benefit en dezelfde licenties gelijktijdig toe te wijzen aan on-premise servers, uitgezonderd op een eenmalige basis voor een periode van niet meer dan 180 dagen om dezelfde workloads te migreren naar Azure. Op het moment dat de migratie naar Azure is voltooid of 180 dagen na de start van de migratie, afhankelijk van wat het eerste het geval is, worden de Licenties geacht te zijn “toegewezen aan Azure”.
Voorbeeldberekening
Windows Server VM in Azure, 2 virtuele cores:
- Afrekenen in Azure: € 796,32 per jaar
- Eigen licenties in Enterprise Agreement Subscription level A (8 cores): € 204 per jaar
Windows Server VM in Azure, 8 virtuele cores
- Afrekenen in Azure: € 3.185,28 per jaar
- Eigen licenties in Enterprise Agreement Subscription level A (8 cores): € 204 per jaar
Opmerkingen
0 opmerkingenU moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.